Onderneming Joosten verwacht in april een factuur aan afnemer El Azousi te sturen voor geleverde goederen. Het bedrag van de factuur is € 3.800, exclusief 21% btw.
El Azousi betaalt naar verwachting het factuurbedrag in mei.
Wat staat er in april en mei op de liquiditeits- en resultatenbegroting in verband met deze factuur?
Liquiditeitsbegroting | Resultatenbegroting | |
---|---|---|
april | ||
Factuur El Azousi | ||
mei | ||
Factuur El Azousi |
Onderneming Joosten verwacht in komend jaar elke maand € 500 toe te voegen aan de voorziening voor onderhoud van gebouwen. In augustus verwacht Joosten een rekening voor schilderwerkzaamheden van € 10.000 exclusief 21% btw. De rekening zal in september betaald worden.
Wat staat er in augustus op de liquiditeits- en resultatenbegroting in verband met de toevoeging aan de voorziening.
Liquiditeitsbegroting | Resultatenbegroting | |
---|---|---|
augustus | ||
Voorziening onderhoud | ||
september | ||
Voorziening onderhoud |
Een onderneming heeft voor het opstellen van de liquiditeits- en resultatenbegroting voor het derde kwartaal de volgende geschatte gegevens verzameld:
Maand |
Begrote verkopen |
April |
€ 100.000 |
Mei |
€ 120.000 |
Juni |
€ 150.000 |
Juli |
€ 140.000 |
Augustus |
€ 160.000 |
September |
€ 110.000 |
Van de verkopen is 10% contant.
Aan de afnemers wordt een maand krediet verleend.
Vul een deel van de liquiditeitsbegroting en van de resultatenbegroting in.
juli | augustus | september | |
---|---|---|---|
Liquiditeitsbegroting | |||
Contante verkopen | |||
Debiteuren | |||
Resultatenbegroting | |||
Omzet |
Toelichting
Juli
Contante verkopen 10% x € 140.000
Debiteuren 90% x verkopen juni
Omzet juli € 140.000
Een onderneming heeft voor het opstellen van de liquiditeits- en resultatenbegroting voor het derde kwartaal de volgende geschatte gegevens verzameld:
Maand |
Begrote verkopen |
Begrote inkopen |
April |
€ 110.000 |
€ 40.000 |
Mei |
€ 100.000 |
€ 48.000 |
Juni |
€ 120.000 |
€ 60.000 |
Juli |
€ 150.000 |
€ 56.000 |
Augustus |
€ 140.000 |
€ 64.000 |
September |
€ 160.000 |
€ 44.000 |
Van de inkopen is 20% contant.
Van leveranciers wordt een maand krediet ontvangen.
De brutowinst is 40% van de omzet
Vul een deel van de liquiditeitsbegroting en van de resultatenbegroting in.
Juli | Augustus | September | |
---|---|---|---|
Liquiditeitsbegroting | |||
Contante inkopen | |||
Crediteuren | |||
Resultatenbegroting | |||
Omzet | |||
Inkoopwaarde omzet | |||
Brutowinst |
Toelichting
Juli
Contante inkopen 20% x € 56.000
Crediteuren 80% x inkopen juni
Omzet juli € 150.000
Inkoopwaarde 60% x € 150.000
Brutowinst 40% x € 150.000 of € 150.000 - € 90.000
Een handelsonderneming heeft op 31-3 de volgende balans samengesteld:
Balans x € 1.000
gebouwen |
900 |
|
aandelenkapitaal |
400 |
afschrijving |
400 |
|
reserves |
300 |
|
|
500 |
9% hypotheek |
400 |
inventaris |
200 |
|
crediteuren |
350 |
afschrijving |
80 |
|
te betalen interest |
9 |
|
|
120 |
|
|
voorraden |
|
80 |
|
|
debiteuren |
|
700 |
|
|
liquide middelen |
|
59 |
|
|
|
|
1.459 |
|
1.459 |
De begrote gegevens voor het tweede kwartaal zijn:
|
Omzet |
Inkopen |
april |
€ 600.000 |
€ 450.000 |
mei |
€ 525.000 |
€ 450.000 |
juni |
€ 675.000 |
€ 525.000 |
· De in- en verkopen zijn regelmatig over de maanden gespreid
· De termijn van het verleende leverancierskrediet is een maand en van het genoten leverancierskrediet een halve maand.
· Alle in- en verkopen zijn op rekening.
· De brutowinst is 25 % van de inkoopprijs.
· Op de hypotheek wordt op 30-6 en 31-12 € 10.000 afgelost, terwijl op die datum ook de interest betaald moet worden.
· Lonen € 30.000 per maand.
· Overige maandelijkse kosten € 50.000.
· Afschrijvingen gebouwen bedragen 10 % van de aanschafprijs per jaar.
· Afschrijvingen inventaris bedragen 18 % van de aanschafprijs per jaar.
· Gemakshalve mag worden aangenomen dat er in het eerste kwartaal geen winst werd behaald noch verlies werd geleden.
Stel voor het tweede kwartaal de liquiditeitsbegroting samen.
Liquiditeitsbegroting | 2e kwartaal | x € 1 | ||
---|---|---|---|---|
april | met | juni | totaal | |
Ontvangsten: | ||||
Uitgaven: | ||||
Totaal uitgaven | ||||
Ontvangsten min uitgaven | ||||
Beginsaldo liquide middelen | ||||
Eindsaldo liquide middelen |
Toelichting
Ontvangst debiteuren april staat op de balans
Ontvangst debiteuren mei zijn de verkopen van april
Betaling crediteuren april is balansbedrag € 350.000 + ½ x € 450.00 april
Interest hypotheek 9% x € 400.000 = € 36.000 per jaar
Je betaalt een half jaar dus € 18.000
Een handelsonderneming heeft op 31-3 de volgende balans samengesteld:
Balans x € 1.000
gebouwen |
900 |
|
aandelenkapitaal |
400 |
afschrijving |
400 |
|
reserves |
300 |
|
|
500 |
9% hypotheek |
400 |
inventaris |
200 |
|
crediteuren |
350 |
afschrijving |
80 |
|
te betalen interest |
9 |
|
|
120 |
|
|
voorraden |
|
80 |
|
|
debiteuren |
|
700 |
|
|
liquide middelen |
|
59 |
|
|
|
|
1.459 |
|
1.459 |
De begrote gegevens voor het tweede kwartaal zijn:
|
Omzet |
Inkopen |
april |
€ 600.000 |
€ 450.000 |
mei |
€ 525.000 |
€ 450.000 |
juni |
€ 675.000 |
€ 525.000 |
· De in- en verkopen zijn regelmatig over de maanden gespreid
· De termijn van het verleende leverancierskrediet is een maand en van het genoten leverancierskrediet een halve maand.
· Alle in- en verkopen zijn op rekening.
· De brutowinst is 25 % van de inkoopprijs.
· Op de hypotheek wordt op 30-6 en 31-12 € 10.000 afgelost, terwijl op die datum ook de interest betaald moet worden.
· Lonen € 30.000 per maand.
· Overige maandelijkse kosten € 50.000.
· Afschrijvingen gebouwen bedragen 10 % van de aanschafprijs per jaar.
· Afschrijvingen inventaris bedragen 18 % van de aanschafprijs per jaar.
· Gemakshalve mag worden aangenomen dat er in het eerste kwartaal geen winst werd behaald noch verlies werd geleden.
Stel voor het tweede kwartaal de resultatenbegroting samen.
Resultatenbegroting | 2e kwartaal | x € 1 | ||
---|---|---|---|---|
april | mei | juni | totaal | |
Omzet | ||||
Inkoopwaarde omzet | ||||
Brutowinst | ||||
Kosten: | ||||
Totaal kosten | ||||
Nettowinst |
Toelichting
Omzet juli |
125% |
€ 600.000 |
Inkoopwaarde juli |
100% |
€ 480.000 |
Brutowinst juli |
25% |
€ 120.000 |
Interest hypotheek 9% x € 400.000 = € 36.000 per jaar
De kosten per maand zijn dan € 36.000 / 12 = € 3.000
Afschrijving gebouw per maand: 10% x € 900.000 / 12 = € 7.500
Afschrijving inventaris per maand: 18% x € 200.000 / 12 = € 3.000
Een handelsonderneming heeft op 31-3 de volgende balans samengesteld:
Balans x € 1.000
gebouwen |
900 |
|
aandelenkapitaal |
400 |
afschrijving |
400 |
|
reserves |
300 |
|
|
500 |
9% hypotheek |
400 |
inventaris |
200 |
|
crediteuren |
350 |
afschrijving |
80 |
|
te betalen interest |
9 |
|
|
120 |
|
|
voorraden |
|
80 |
|
|
debiteuren |
|
700 |
|
|
liquide middelen |
|
59 |
|
|
|
|
1.459 |
|
1.459 |
De begrote gegevens voor het tweede kwartaal zijn:
|
Omzet |
Inkopen |
april |
€ 600.000 |
€ 450.000 |
mei |
€ 525.000 |
€ 450.000 |
juni |
€ 675.000 |
€ 525.000 |
· De in- en verkopen zijn regelmatig over de maanden gespreid
· De termijn van het verleende leverancierskrediet is een maand en van het genoten leverancierskrediet een halve maand.
· Alle in- en verkopen zijn op rekening.
· De brutowinst is 25 % van de inkoopprijs.
· Op de hypotheek wordt op 30-6 en 31-12 € 10.000 afgelost, terwijl op die datum ook de interest betaald moet worden.
· Lonen € 30.000 per maand.
· Overige maandelijkse kosten € 50.000.
· Afschrijvingen gebouwen bedragen 10 % van de aanschafprijs per jaar.
· Afschrijvingen inventaris bedragen 18 % van de aanschafprijs per jaar.
· Gemakshalve mag worden aangenomen dat er in het eerste kwartaal geen winst werd behaald noch verlies werd geleden.
Stel de begrote balans per 30-6 samen.
Balans | x € 1 | |||
---|---|---|---|---|
Gebouwen | Aandelenkapitaal | |||
Afschrijving | Reserves | |||
9% Hypotheek | ||||
Inventaris | Crediteuren | |||
Afschrijving | Winst | |||
Voorraden | ||||
Debiteuren | ||||
Liquide middelen | ||||
Totaal | Totaal |
Toelichting
Afschrijving gebouwen € 400.000 + 3 x € 7.500 = € 422.500
Afschrijving inventaris € 80.000 + 3 x € 3.000 = € 89.000
Voorraden:
Beginvoorraad + inkopen – inkoopwaarde omzet = eindvoorraad
Inkopen is € 450.000 + € 450.000 + € 525.000 = € 1.425.000
Inkoopwaarde omzet zie resultatenbegroting € 1.440.000
€ 80.000 + € 1.425.000 - € 1.440.000 = € 65.000
Debiteuren
De omzet van juni moet nog ontvangen worden € 675.000
Liquide middelen zie de liquiditeitsbegroting
9% hypotheek € 400.000 - € 10.000 aflossing = € 390.000
Crediteuren ½ maand juni moet nog betaal worden x € 525.000 = € 262.500
Te betalen interest is € 0 De schuld van de balans op 31-3 + de kosten van het 2e kwartaal zijn betaald.