Een nv plaatst aandelen en lost met het verkregen vermogen een hypothecaire lening af.
Wat gebeurt er met de solvabiliteit?
De solvabiliteit wordt slechter.
De solvabiliteit blijft gelijk.
De solvabiliteit wordt beter
De solvabiliteit wordt negatief.
Een handelsonderneming koopt goederen in en betaalt deze contant.
Een onderneming is solvabel als:
ze haar kortlopende schulden kan betalen.
ze bij liquidatie al haar schulden kan betalen.
het vreemd vermogen groter is dan het eigen vermogen.
de vlottende activa groter zijn dan de kortlopende schulden.
Wat is juist?
I De debt ratio is altijd gelijk aan 1 - eigen vermogen / vreemd vermogen.
II Als de verhouding eigen vermogen / totaal vermogen stijgt, daalt de debt ratio.
Alleen I is juist.
Alleen II is juist.
I en II zijn beide juist.
I en II zijn beide onjuist
Een onderneming heeft de volgende verkorte balans opgesteld:
Balans
Vaste activa
€ 3.000.000
Eigen vermogen
€ 2.500.000
Vlottende activa
Lang vreemd vermogen
Kort vreemd vermogen
€ 1.000.000
Totaal
€ 6.000.000
Welke uitspraak is juist?
De solvabiliteit is slecht, want het netto werkkapitaal is positief.
De solvabiliteit is slecht, want het eigen vermogen en het lang vreemd vermogen zijn gelijk.
De solvabiliteit is slecht, want de debt ratio is groter dan 1.
De solvabiliteit is slecht, want het vreemd vermogen is een groter deel van het totale vermogen dan het eigen vermogen.
Paping nv heeft aandelen geplaatst en met deze opbrengst van de emissie is een langlopende lening afgelost.
De liquiditeit van de onderneming is hierdoor toegenomen.
De solvabiliteit van de onderneming is hierdoor toegenomen.
De liquiditeit van de onderneming is hierdoor afgenomen.
De solvabiliteit van de onderneming is hierdoor afgenomen.
Een gedeelte van de voorraad dat als incourant kan worden beschouwd, wordt per kas verkocht voor € 12.000. In de administratie stond deze voorraad gewaardeerd voor € 17.500.
De current ratio en de quick ratio nemen toe door deze verkoop
De current ratio en de quick ratio nemen af door deze verkoop.
De current ratio neemt toe en de quick ratio neemt af door deze verkoop.
De current ratio neemt af en de quick ratio neemt toe door deze verkoop.
Een handelsonderneming verkoopt goederen op rekening voor een totaalbedrag van € 360.000. De brutowinst op deze verkoop bedraagt 20% van de inkoopprijs van de goederen. De goederen zijn geleverd aan de klant.
Deze verkoop heeft tot gevolg dat:
de current ratio daalt
de quick ratio daalt.
de quick ratio toeneemt.
de solvabiliteit lager wordt.
De balansen van een handelsonderneming na winstverdeling per 31 december van jaar 1 en 31 december van jaar 2 zien er als volgt uit (× € 1.000):
Balans x € 1.000
Jaar 1
Jaar 2
Duurzame activa
4.790
6.260
Aandelenkapitaal
3.200
3.420
Voorraad goederen
660
720
Reserves
1.500
2.700
Debiteuren
580
640
Voorziening
onderhoud
150
200
Liquide middelen
470
480
4% Hypothecaire
lening o/g
500
6% Converteerbare
obligatielening
450
400
Crediteuren
550
600
Overige korte
schulden
300
6.500
8.100
Is de solvabiliteit in jaar 2 ten opzichte van jaar 1 gelijk gebleven, toegenomen of afgenomen?
De solvabiliteit is gelijk gebleven.
De solvabiliteit is beter geworden.
De solvabiliteit is slechter geworden.
Balans Casperius bv per 31 december x € 1.000
Gebouw
5.000
8.000
Machines
10.000
5.500
Inventaris
3.000
Voorzieningen
1.000
Voorraden
6.000
6% Banklening
4.000
4.500
5,5% Hypothecaire lening
3.500
Vooruitbetaalde bedragen
4.200
Bank
Te betalen belasting
Te betalen dividend
29.200
Hoeveel is de debt ratio van Casperius?
0,46
0,50
0,54
0,68